In augustus las ik een interview in het AD met Hans van der Togt. Ergens in Friesland, in een dorpje woont hij in zijn eentje met een hond en de fles.
Te dik, last van zijn rug, rookt en drinkt te veel “Als ik mijn hond uit laat loop ik van bank naar bank”
Door de slechte lichamelijke situatie en de grote afstand van de randstad leeft Hans behoorlijk geïsoleerd. “Ik heb niemand om tegen te praten”. Als zijn hond dood zou gaan, hoeft het leven voor hem ook niet meer.
“Wat een zure man” was mijn eerste gedachte, maak er nog wat van.. ga verhuizen, zoek vertier..
In mijn omgeving: … Hij woont in een jaren 60 wijk in een flat met merendeel buitenlanders.
In zijn beleving interesseert het zijn mede flatbewoners allemaal niets. Vuilniszakken in de hal, nooit iemand die gedag zegt, rotzooi in het trappenhuis. “Die rotjongens trekken belletje, slopen de boel. Ik lijk wel de huismeester, moet alle pakjes van de postbode aannemen. Ze maken zo’n herrie hierboven.”
Maar ook als je op bezoek komt. “Ik zie nooit iemand, zit tegen mezelf te praten. Er is geen moer meer aan.”
En dan heb ik het nog niet eens over de kritiek op alle instanties en de regering.
Ja, en dan denk ik: Kom uit je cocon en ga de wijk in. Bel iemand! Wacht niet af. En wordt eens positiever. Waarom komt er niemand op bezoek? Mensen hebben geen zin in dat gemiep, het houdt mensen juist op afstand. Zuur gedrag isoleert.
In het bejaardenhuis om de hoek kan hij gaan eten, kaartje leggen, praatje maken.. Maar nee, die drempel is te hoog. “Daar komen alleen zielige, simpele mensen”, is zijn opvatting.
Als hij een goeie dag heeft is hij toch wel opgewekt. Een Marokkaans buurvrouwtje komt nog wel eens binnen vallen voor een praatje of met een pannetje soep en houdt hem in de gaten. En dan ineens heeft hij een leuk gesprek met een van de andere buren en vallen ze best mee.
Hoe komt het toch dat dit gebeurt bij mensen op leeftijd? Hans van der Togt is al jaren alleen en ziet de lol niet in van goed zorgen voor zichzelf. Alleen eten, alleen sporten er op uit, alleen weer naar bed. Voor wie zou je het nog doen?
Sinds vier jaar is hij weduwnaar, mist zijn vrouw nog iedere minuut. Vrienden om hem heen gaan dood. Ook hij heeft dagen dat hij liever dood zou zijn.
Maar wat moet je dan? Gaan zitten wachten tot je aan de beurt bent? Kan lang duren hoor!
De discussie over euthanasie bij voltooid leven zette mij wel aan het denken. Dat een meneer die ’s ochtends wakker wordt, moet wachten met douchen op de wijkverpleegster, vervolgens de hele dag in zijn stoel zit voor de tv en ’s avonds weer alleen naar bed gaat, graag een euthanasie pil zou willen nemen kan ik me heel goed voorstellen. Iemand die 100 is, niets meer ziet, geen bezoek krijgt, broers en zussen zijn dood, de deur niet uit komt, is nogal geïsoleerd en eenzaam. Een uitzichtloos leven.
Geer en Goor komen op voor de eenzame ouderen, een heel goed initiatief. Maar zeur niet als je nog mobiel bent, auto kan rijden, wandelen, je eigen boodschappen kan doen, een gezellig praatje kan maken in de winkel. Maak er wat van, zoek gezelschap, kom uit die stoel. Sta open voor ontmoeting. Er is altijd iemand die het minder heeft en ook wel eens een praatje wil maken. En… bij die kaartclub zitten ook mensen die behoefte hebben aan gezelschap.
Ik denk dat als je onder de mensen en actief blijft, je gezonder, fitter en gelukkig voelt.
“Sinds hij is gestopt met drank voelt Hans zich gezonder. Ook slaapt hij een stuk beter. ”Ik word ook niet meer zo depressief wakker. Niet dat ik nu opspring en roep: ‘Yes! Weer een dag alleen in Achlum’, maar mijn hoofd zit niet meer vol neerslachtige gedachten.”
Twee weken terug las ik een vervolg op het stuk van Hans van der Togt. Na veel kritiek na aanleiding van het vorige artikel is hij toch in beweging gekomen. Gestopt met drinken, voelt zich fitter, maar het leven is nog steeds niet leuk. Nu misschien toch nog een keer verhuizen?