Vandaag zijn we voor het eerst in ons leven op stap gegaan met een caravan. En wat voor een. De plaatjes waren wat mooier dan de werkelijkheid. Een kleine desillusie zag ik op het gezicht van Alfons. Het was niet ons eigen en dat maakt het moeilijk. Geur geeft ook emotie, het hok had 14 dagen stilgestaan. Het is niet meer dan een tent op wielen.
Onderweg parkeer je de auto op een vrachtwagen parkeerplaats. Even maar geluncht in de caravan. Want ja, een vrachtwagen chauffeur is ook maar een mens met behoeftes. Duitsland in was wel een toestand. Het is bekend dat de wegen naar de grens toe de minst onder houden wegen zijn. Als je dan voor het eerst een caravan achter je auto aan hebt, dan lijkt het wel alsof je uit elkaar wordt gescheurd.
De weg naar Trier was niet goed gekozen. Als je het navigatie systeem zijn gang laat gaan dan is de caravanbeproeving wel een serieuze. Als dan ook nog een Duitser, die waarschijnlijk is bekeurd, zich strak aan de snelheid houdt en zodra hij een bord ziet vol op de rem gaat, ja dan weet je het wel.
De camping in Igel was gelukkig snel gevonden. Met zo’n caravan aan komen rijden geeft gelijk bekijks. Moeten we ons paspoort afgeven? Nee, dat komt allemaal wel. De camping was mooi maar een paar punten van kritiek. Hoe vaak worden de condooms vervangen in de automaat maar ook de kauwgomballen en sigaretten. We zaten direct aan de Moezel. Wat een geweld gaat er door dat water, mooi om te zien. Doet mij denken dat wij een keer aan de Saone kampeerden. Om zes uur in de ochtend ging het eerste schip langs, dus iedereen wakker. Gelukkig was dit niet hier het geval. De stroomkabel is wel het thema deze vakantie. Knut von der Ostsee heeft ons geholpen met het aanleggen van de stroomvoorziening. Wilma vindt hem een engerd. Een iets te gladde, van de zon donkergekleurde man. De eerste avond hebben we in het restaurant gegeten. Vette bende.